Chinese gezegden in Chinatown – week 3

Deze week

人性之善也,猶水之就下也

 

Vertaling: De mens is van nature goed.

 

Woord voor woord

人:mens

性:innerlijkheid, karakter, natuur

  • 人性:menselijke natuur, menselijke aard

之:dat

善:goedheid

也:is

猶:is hetzelfde als

水:water

之:dat

就:zoals altijd

下:naar beneden

也:gaat

We gaan al snel richting het einde van februari. Dat betekent dat de wekelijkse stukjes over gezegden in Chinatown ook weer gaan stoppen. Jammer! Maar, niet getreurd. De lente staat binnenkort weer op de stoep. Meer groen om ons heen, warmere temperaturen, en een hoop meer vrolijkheid dan de stormen van de afgelopen twee weken. Wij hebben er zin in! Maar voor deze week, nog even doorzetten. Lees door de regenbuien heen ons stukje over het laatste gezegde.

 

Het idee

人性之善也,猶水之就下也 – lijkt lang en ingewikkeld! Valt op zich wel mee. De kortste vertaling die er in het Nederlands is, is: “de mens is van nature goed”. Deze spreuk is voor het eerst opgeschreven door Mencius. Mencius was een Chinese filosoof die leefde in de periode van de Strijdende Staten, tussen 400 en 300 voor Christus.

 

Laten we het gezegde wat beter bekijken. De volledige versie is namelijk langer, en maakt het idee dat erachter schuilgaat duidelijker.

 

人性之善也,猶水之就下也;人無有不善,水無有不下。

Rén xìng zhī shàn yě, yóu shuǐ zhī jiù xià yě; rén wú yǒu bù shàn, shuǐ wú yǒu bù xià.

 

De eerste zin, voor de puntkomma, is het eigenlijke gezegde. Er staat: “de mens is van nature goed, net zoals water altijd naar beneden stroomt”. Na de puntkomma komt wat uitleg. “Het menselijke karakter heeft van nature niets dat niet goed is, net zoals water niet de mogelijkheid heeft om omhoog te stromen”. Beetje zweverig? Misschien.

 

Mencius benadrukt dat een mens van nature niks slechts heeft. Dat doet hij door een vergelijking te maken met iets waarvan iedereen weet dat het altijd zo is: stromend water. Door een verbinding te maken met stromend water, maakt hij zijn tekst eigenlijk tijdloos. Er is namelijk veel veranderd in de wereld, sinds dat Mencius dit opschreef, maar water stroomt nog steeds naar beneden!

 

Mencius bespreekt in zijn geschriften ook een soort van gedachte-experiment, dat volgens hem als bewijs dient voor zijn uitspraak. Dit populaire verhaaltje wordt vaak verteld. Het gaat zo:

 

Ergens in het midden van China is een dorpje. Aan de rand van het dorp staat een waterput waar de dorpelingen dagelijks water halen. Bij de waterput spelen vaak kinderen, omdat ze daar de ruimte hebben om lekker te ravotten. Opeens valt een van de kinderen in de waterput. Een aantal dorpelingen zien dit van een afstandje. Ze kunnen niet precies zien welk kind er in de put valt, maar direct reageren ze allemaal. Ze rennen naar de put en halen het kind eruit, voordat het verdrinkt.

 

Het maakt de dorpelingen niet uit van wie het kind is. Ze reageren allemaal direct omdat ze voelen dat een kind laten verdrinken verkeerd is. Omdat het allemaal zo snel gebeurt, hebben ze geen tijd om vanuit eigenbelang te handelen.

 

Als je ervan uitgaat dat de mens altijd goed is, hoef je je geen zorgen te maken over slechte intenties. Boos worden is dus eigenlijk niet nodig. Als iemand iets doet wat je niet bevalt, ga je er volgens het spreekwoord vanuit dat die persoon dat niet doet om vervelend te zijn tegen jou. Misschien heeft hij/zij zijn/haar dag gewoon niet. Wees lief voor de mensen om je heen. Iedereen leeft in dezelfde wereld, we moeten deze ruimte nou eenmaal delen met een hoop mensen. Laten we allemaal proberen om dat zo harmonieus mogelijk te doen, zonder onnodig conflict en zonder innerlijke boosheid.

 

Lief doen. 😉